
Werk met plezier
Welk gedrag laat je zien?
- Je toont enthousiasme en betrokkenheid in je werk.
- Je stelt je op als ambassadeur van Van Egmond Groep.
- Je doet een stap extra, indien nodig.
Welk gedrag hoort er bijvoorbeeld niet bij?
- Je doet je werk omdat dat nou eenmaal moet. Je moet toch geld verdienen.
- Je verdiept je niet in je vakgebied. Dat vind je niet leuk.
- Je houdt je afzijdig als er extra inzet gevraagd wordt.
Zo maak je de stap van niveau 1 naar 2
Van niveau 1:
- Je toont enthousiasme en betrokkenheid in je werk.
- Je stelt je op als ambassadeur van Van Egmond Groep.
- Je doet een stap extra, indien nodig.
Hoe kun je de stap maken naar niveau 2?
Wie met plezier werkt, kan anderen als vanzelf daarin positief beïnvloeden en meenemen. Dat betekent wel dat je aandacht moet hebben voor die ander. Sommige medewerkers zijn al veel met hun collega’s bezig, anderen hebben dat van nature minder. Belangrijk hierbij is dat je oprecht geïnteresseerd bent in de ander, vragen stelt en luistert.
Oefen met de volgende opdrachten:

Heb zichtbaar aandacht voor anderen
Welk gedrag laat je zien?
- Je hebt een enthousiaste en positieve houding naar anderen toe.
- Je moedigt anderen aan om persoonlijke doelen te bereiken.
- Je staat open voor de ideeën van anderen, luistert goed en vraagt door.
Welk gedrag hoort er bijvoorbeeld niet bij?
- Je hebt een negatieve houding. Het is eigenlijk nooit goed.
- Je verdiept je niet in de drijfveren en motivatie van je collega’s.
- Je bent niet enthousiast over andermans ideeen. Je wijst ze altijd meteen af.
Zo maak je de stap van niveau 2 naar 3
Van niveau 2:
- Je hebt een enthousiaste en positieve houding naar anderen toe.
- Je moedigt anderen aan om persoonlijke doelen te bereiken.
- Je staat open voor de ideeën van anderen, luistert goed en vraagt door.
Hoe kun je de stap maken naar niveau 3?
In de ontwikkeling naar niveau 3, richt je je steeds meer op de ander. Je geeft complimenten, legt op een positieve manier contact en betrekt collega’s bij acties. Het is belangrijk om hier veel mee te oefenen. Maak afspraken met collega’s en help elkaar. Geef je collega positieve feedback waarin je aangeeft wat je waardeert en wat er goed gaat. Bespreek ook met je leidinggevende waar je staat op deze competentie en hoe je je daarin kunt ontwikkelen.
Oefen met de volgende opdrachten:

Ondersteun en enthousiasmeer
Welk gedrag laat je zien?
- Je betrekt anderen door samen acties te bepalen die bijdragen aan de doelen.
- Je toont waardering en geeft complimenten voor het werk van anderen.
- Je weet welke argumenten en redeneringen de ander aanspreken en gebruikt deze.
Welk gedrag hoort er bijvoorbeeld niet bij?
- Je voert enthousiast acties uit en vergeet daarbij te overleggen met collega’s.
- Je geeft meer kritiek dan complimenten.
- Je gaat ervan uit dat de argumenten die jou aanspreken, de ander ook aanspreken.
Zo maak je de stap van niveau 3 naar 4
Van niveau 3:
- Je betrekt anderen door samen acties te bepalen die bijdragen aan de doelen.
- Je toont waardering en geeft complimenten over het werk van anderen.
- Je weet welke argumenten en redeneringen de ander aanspreken en gebruikt deze.
Hoe kun je de stap maken naar niveau 4?
Tot nu toe is inspireren iets wat je bewust doet in bepaalde situaties, bijvoorbeeld door complimenten te geven aan iemand of een groep te motiveren. Nu wordt het inspireren en motiveren iets wat je continu doet, ook als het niet uitkomt. Bijvoorbeeld als de werkdruk hoog is. De basis van inspireren is het voeren van een gesprek en goed luisteren. Dit kun je oefenen met collega’s. Vraag of je een gesprek dat jij voert met een collega een keer kunt opnemen, voor eigen gebruik. Je leert er veel van om jezelf terug te zien. Analyseer daarbij niet in detail wat je doet, maar richt je op de volgende vraag: wat in mijn communicatie zorgt er voor dat de ander enthousiast wordt? Let daarbij zowel op het luisteren, het praten en op je houding tijdens het gesprek. Formuleer één of twee aandachtspunten. Herhaal de oefening een maand later en kijk of je verbetering ziet. Als het opnemen van een gesprek een te grote stap is, vraag dan aan een aantal collega’s feedback. Bijvoorbeeld met de volgende vragen:
- In welke situaties vind je dat wij goed samenwerken?
- Wat ervaar je daarin als prettig?
- Op welke momenten weet ik jou te inspireren?
- Geef ik jou het gevoel dat we samen (gelijkwaardig) aan een project werken?

Motiveer en zet aan tot actie
Welk gedrag laat je zien?
- Je vertaalt de visie naar concrete doelstellingen, motiveert betrokkenen en zet aan tot actie.
- Je betrekt anderen door de dialoog aan te gaan; te luisteren en ervaringen te delen.
- Je ondersteunt en enthousiasmeert anderen, ook wanneer de werkdruk hoog ligt.
Welk gedrag hoort er bijvoorbeeld niet bij?
- Je deelt de visie met anderen. Je neemt niet de moeite om de vertaalslag te maken naar concrete doelstellingen.
- Je vertelt graag en enthousiast hoe jij iets zou aanpakken. Wat voor jou werkt, werkt voor de ander vast ook.
- Als de werkdruk hoog is, sluit je je op om hard te werken. Je richt je dan niet op anderen.
Zo maak je de stap van niveau 4 naar 5
Van niveau 4:
- Je vertaalt de visie naar concrete doelstellingen, motiveert betrokkenen en zet aan tot actie.
- Je betrekt anderen door de dialoog aan te gaan; te luisteren en ervaringen te delen.
- Je ondersteunt en enthousiasmeert anderen, ook wanneer de werkdruk hoog ligt.

Hoe kun je de stap maken naar niveau 5?
Van niveau 4 naar niveau 5 betekent een groei in coachende vaardigheden. Bedenk voor jezelf naar welke collega jij zelf eigenlijk altijd toe gaat voor advies en ondersteuning. Wat doet hij/zij om jou op weg te helpen en te coachen. Om een goed rolmodel te kunnen zijn is het van belang dat je op de hoogte bent van wat er speelt binnen Van Egmond Groep en in de wereld er omheen. Zorg ervoor dat je op de hoogte blijft!

Wees een rolmodel
Welk gedrag laat je zien?
- Je bent een rolmodel in de kernwaarden en gedragscode van Van Egmond Groep.
- Je draagt de visie van Van Egmond Groep inspirerend uit en zet aan tot actie.
- Je helpt anderen hun grenzen te verleggen.
